Over Muzungu en het leven in Afrika | |||
Op deze pagina vind je illustraties uit "Muzungu", alle nuttige info, enkele teksten en een juryurapport. En een stukje uit de scriptie van de Nederlandse Afrikaniste Mireille Schippers die een scriptie schreef; "Zwarten als figuranten op eigen continent" | Muzungu - Sluipend gif | ||
Het debuutalbum waarmee ik in Haarlem in de prijzen viel. Een boek waarin op een persoonlijke manier de gebeurtenissen in Rwanda tussen 1990 en 1994 verteld worden. Ik begon met het tekenen van dit album in 1993, toen we nog in Rwanda woonden en werkten. Het tweede verhaal maakte ik in 1996-97, nadat we door de gruwwelijke gebeurtenissen moesten vluchten, terug naar België. Het is niet autobiografisch, maar veel van de vermelde histories zijn waar gebeurd, al probeerde ik plaatsen en personages onherkenbaar te maken. |
Klik hier voor een volledige plaat uit "Muzungu" |
"Muzungu-Sluipend Gif" is uitgegeven bij Wonderland Halfvier, te Hasselt,
in samenwerking met het NCOS, in 1997 |
|
![]() |
|||
|
Boven: illustratie uit "Muzungu"; Het cabaret van Twahirwa. Links: lino, gemaakt voor Catherine André die onderzoek verrichtte naar de grondrechten in Rwanda op de heuvel achter ons huis. (lino gemaakt ter gelegenheid van haar huwelijk met Alexis.) |
||
Het juryrapport van de VSB-hoofdprijs, een voetnoot van prof. Filip Reyntjes en een stukje van Joost Pollmann. |
|||
|
|||
JURYRAPPORT VSB HOOFDPRIJS | |||
In Juni 1998 besloot een deskundige (...) jury, aan "Sluipend gif" een bijzondere prijs toe te kennen. Op de terugweg van Haarlem, met de trein via Rotterdam, leerde ik één van de twee koppen kennen, en maakten we plannen om samen nieuwe verhalen te maken. Op advies van een tweemanscommissie bestaande uit de publicist
Pieter van Oudheusden en de vormgever Piet Schreuders heeft Stichting
Beeldverhaal Nederland besloten de VSB Hoofdprijs - in het kader van de
Stripdagen Haarlem '98 - toe te kennen aan Jeroen Janssen voor zijn boek
"Muzungu -Sluipend Gif," uitgegeven door Wonderland Productions.
Het juryrapport luidt aldus: "Sluipend Gif begint als een thriller en eindigt als een document humain. |
|||
"Begrafenis in de bananeraie" | ![]() |
||
|
|||
Fictie of werkelijkheid? | |||
Professor Filip Reyntjens, DE Rwanda-kenner bij uitstek, heeft "Sluipend gif" ook gelezen, en zegt er het volgende van;
| |||
"In de cité" | ![]() |
||
|
|||
Een journalistieke strip | |||
Dit is een citaat uit het boekje "Terug naar Ouagadougou, over Afrika in de strip"
dat Joost Pollmann schreef ter gelegenheid van de Stripdagen Haarlem 1998.
Een stripboek dat op een journalistieke aandacht besteedt aan Afrika is
'Muzungu - Sluipend Gif', van de Belgische tekenaar Jeroen Janssen. |
  | ||
|
|||
Uit de scriptie "Zwarten als figuranten in eigen continent?" | |||
ZWARTEN ALS FIGURANTEN IN HUN EIGEN CONTINENT?Europese beeldvorming van Afrika en zwarten in stripboeken gedurende de 20ste eeuw
|
  | ||
In sommige stripboeken uit de jaren negentig krijgt het kolonialisme een veeg
uit de pan maar dit is nog maar minimaal. Wordt in de tachtiger jaren een begin
gemaakt met het realistischer afbeelden van de zwarten, in de jaren negentig
wordt deze ontwikkeling voortgezet. De lippen zijn veelal geslonken, de neuzen
ingekrompen en de kleding van de zwarten is ook meer aangepast aan de huidige tijd.
Er zijn dus stripboeken die een enigszins nieuwe weg zijn ingeslagen. Dit stripboek stemt me hoopvol. Het mooie is dat dit stripboek de erkenning krijgt die het verdient want Jeroen Janssen heeft met dit debuutalbum de grote prijs van de Haarlemse Stripdagen van 1998 gewonnen. Hieronder een uiteenzetting van het stripboek'Muzungu, Sluipend Gif".
Bibilografische gegevens
Stijl en genre(s)
De tekenstijl is realistisch. VerantwoordingHoewel ik dit stripboek niet ben tegengekomen in de kelder van de bibliotheek,
kreeg ik een exemplaar van Karin van Wylick. De behandeling van dit
stripboek vind ik een must. Vooral omdat ik deze scriptie met een positieve
noot wil beëindigen, mag 'Sluipend Gif niet ontbreken. Hiernaast is dit
stripboek interessant en van grote waarde omdat het een belangrijke periode
in de recente geschiedenis behandelt. Triest genoeg is het thema ook nog eens
actueel want onlangs heeft de geschiedenis zich herhaald, zij het in voormalig
Joegoslavië. Tekenaar/auteurDe volgende informatie over Jeroen Janssen heb ik gehaald uit een interview dat in de ZozoLala stond. Hij is in 1963 in Gent geboren en was al van kleins af aan aan het tekenen en schilderen. Na de middelbare school heeft hij de richting grafiek gevolgd in het St. Lucas te Gent. Na allerlei verschillende baantjes werd hij postbezorger totdat hij, samen met zijn vrouw Myriam, les ging geven op een middelbare school in Rwanda. Na vier jaar thuis te ziin geweest in dit Afrikaanse land, moesten zij wegvluchten voor het geweld. Het eerste verhaal uit de bundel Sluipend Gif heeft hij in Afrika gemaakt, de andere twee verhalen heeft hij in Europa afgerond. Naast dat hij nu les geeft aan volwassenen en middelbare scholieren, heeft hij nog tientallen ongebruikte scenario's klaarliggen!Historische contextDit stripboek speelt zich af in Rwanda in een periode dat de spanningen al goed voelbaar zijn en het geweld al zijn weg heeft gevonden. Het vertelt over de gebeurtenissen in 1994 die aanleiding gaven tot de genocide. Om het stripboek te verduidelijken en in een breder kader te plaatsen zal ik in het kort ingaan op de achtergrond waartegen deze genocide zich afgespeeld heeft.Rwanda is het thuisland van drie bevolkingsgroepen. De Tutsi's die 9 % van de totale bevolking uitmaken, de Hutu's die met een percentage van 90 % ver in de meerderheid zijn en tot slot de Twa's die slechts met 1 % van de totale bevolking een bijrol vervullen. De Tutsi's kwamen enkele eeuwen geteden Rwanda binnen. Ze spraken dezelfde taal en deelden dezelfde cultuur. De volken leefden in harmonie met en naast eikaar. Totdat de Belgen, die van 1909 tot 1962 de dienst uitmaakten in Rwanda, zich er mee gingen bemoeien. Zij waren van mening dat de Tutsi's de natuurlijke leiders van het land waren en stelden de kleine groep Tutsi's boven de grote groep inheemse Hutu's. Dit zorgde voor vijandigheid tussen deze twee bevolkingsgroepen. Het keerpunt kwam in 1962, tegelijkertijd met de onafhankelijkheid. De Hutu's grepen hun kans en de macht. Maar dit ging gepaard met een hoop geweld tegenover de Tutsi's. Veel Tutsi's werden dan ook gedwongen te vluchten naar onder andere Burundi en Uganda. In juli 1973 kwam een Hutu uit het noorden, Habyarimana, aan de macht. Uiteraard hadden de Tutsi's ook nu niks te vertellen. Als reactie op deze discriminatie vormden in 1987 de gevluchte Tutsi's het RPF (the Rwandese Patriotic Front) en ook zij schuwden geen geweld. De Hutu regering kreeg wapens en oorlogstrainingen van Frankrijk maar dit was niet afdoende voor de overwinning. In maart 1991 stelden de twee partijen een wapenstilstand in. Ondertussen werd Rwanda geteisterd door dalende koffieprijzen en een overbevolking. Vanwege deze catastrofes bleef er niks anders voor president Habyarimana over dan, onder internationals druk, de 'Arusha Accords' (1994) te tekenen. Dit akkoord hield in dat Rwanda alleen noodhulp zou krijgen op voorwaarde van democratie. In eerste instantie liet Habyarimana zich niks gelegen aan dit akkoord en kwam hij zijn beloften niet na. De Tutsi's werden nog steeds gediscrimineerd en onmenselijk behandeld. Maar op 6 april 1994 geeft Habyarimana zijn woord tijdens een bijeenkomst in Dar es Salaam en belooft hij de macht met de Tutsi's te delen. Deze belofte wordt het begin van het einde want wanneer Habyarimana na deze belofte naar Kigali vliegt wordt zijn vliegtuig neergeschoten. De dood van de president vormde het sein waarop de Hutu's hebben gewacht en zij beginnen een afschuwelijke en onmenselijke moordpartij die aan duizenden Tutsi's het leven kost. Dit stripboek begint zijn verhaal in 1994 wanneer Tutsi's met vrij grote regelmaat door Hutu's worden vermoord. Het gaat verder met de aanslag op de president en het daaropvolgende drama. De genocide wordt in dit stripboek gepersonifieerd door Joseph: een jongen die geborenis uit een Hutu vader en een Tutsi moeder. Door zijn gemengde afkomst komt hij voor een levensgroot dilemma te staan. Zijn 'vrienden' stellen hem voor de keuze: zijn eigen moeder van het leven beroven of zijn eigen leven geven! Het eerste deel van het stripboek is geschreven op hetzelfde tijdstip dat deze gebeurtenissen zich voltrokken. Deel II en III zijn vier jaar later geschreven dan deel I. Samenvatting
'Felicita', 'Joseph' en 'Drie jaar later' zijn de verhalen die de bundel
aan eikaar smeden. In het verhaal 'Joseph' zien we een verharding van het geweld. Joseph is de zoon van de corrupte handelaar Twahirwa, die Hutu is, en van Rose, die Tutsi is. Joseph is bewaker en klusjesman bij Edwin totdat hij wordt betrapt op diefstal. Wanneer de president van Rwanda en Burundi om het leven komen doordat hun vliegtuig door een raket is neergehaald, horen we Joseph tegen Edwin zeggen dat hij in actie gaat komen tegen de rebellen. Maar zover komt het niet want zijn lotgenoten willen dat hij zijn moeder vermoordt omdat zij een Tutsi is. Deze jongens krijgen dit soort bevelen notabene van Twahirwa, de vader van Joseph. Joseph weigert zijn eigen moeder te vermoorden. Uiteindelijk zien we het afgehakte hoofd van Joseph en het roerloze lichaam van zijn moeder op straat liggen.
Drie jaar later (vier jaar later dan het eerste verhaal, dus... ) Edwin woont
met zijn vrouw Anneke en dochter in België en heeft de biologische boerderij
van zijn vader overgenomen. Hier krijgt hij bezoek van Muriël (?) die foto's
en een brief uit Rwanda meebrengt. In 1997 krijgt Edwin een brief van
Felicita waarin ze schrijft dat ze met haar familie in juli 1994 gevlucht is naar
Zaïre. Dit was een moeilijke tijd; doden, overal doden! In november 1996
besloten ze terug te keren. Ook schrijft ze over haar zoontje van tweeënhalf
die veel op hem lijkt en die ze Edwin heeft genoemd... Positieve elementen
Jeroen Janssen laat een divers beeld zien van zwarten. Aan de ene kant staat
Twahirwa: de corrupte moordenaar die zelfs zijn eigen vrouw en kind laat
ombrengen. Om hem heen zien we een aantal mensen, onder andere een arts
en de politie-inspecteur, die zich uit angst of uit winstbejag mee laten
sleuren in het corrupte en wrede spel dat Twahirwa speet. Minpunten
Een minpunt vind ik dat Jeroen Janssen niet ingaat op de beslissende rol
die België heeft gespeeld in deze genocide. Juist het feit dat hij zelf
een Belg is, zou een verhandeling hierover zo interessant maken.
Eindoordeellk vind dat je aan de manier waarop Jeroen Janssen inhoud heeft gegeven aan dit thema kan merken dat hij getuige is geweest van deze waanzin. Met Joseph zien we tot weke onmogelijke keuzes men werd gedreven in Rwanda ten tijde van de genocide. Daarnaast geeft Jeroen een divers beeld van de zwarten en maakt hij ze tot individuen zowel door hun gedrag als door hun uiterlijke kenmerken. Hij laat zien dat stereotypering is gebaseerd op machtswellust en dat machtswellustelingen de rest van de bevolking tot slachtoffer maakt. lk ben van mening dat Jeroen Janssen met dit stripboek een nieuwe weg is ingeslagen, een weg die leidt tot wederzijds begrip en acceptatie.Naast dit positieve commentaar heb ik ook wel enige aanmerkingen. lk vind dat Jeroen een kans heeft gemist door niet in te gaan op de rol van België. Daarnaast word ik af en toe een Eurocentrische invloed gewaar maar ik kan niet ontkennen dat ieder wezen door zijn of haar omgeving wordt beïnvloed, zowel in positieve als in negatieve zin, Jeroen vormt hier geen uitzondering op! |
Een interview dat verscheen in Zozolala naar aanleiding van de VSB-prijs tijdens de stripdagen van Haarlem, 1998 |
De grote prijs van de Haarlemse Stripdagen werd vrijdagmiddag 5 juni uitgereikt aan de Belg Jeroen Janssen. Met zijn debuutalbum Sluipend Gif sleepte hij de hoofdprijs van fl 5.000 in de wacht Het album vertelt het verhaal van een soms naïeve ontwikkelingswerker die getuige is van de gebeurtenissen die uiteindelijk tot de grote genocide in Rwanda leiden. Het verhaal geeft behalve alle spanning en gruwelijkheden een goed beeld van het dagelijks leven in dit Afrikaanse land. |
||
In 1963 ben ik te Gent geboren. Van kleins af aan was ik aan het tekenen en schilderen. Ik had altijd een extra schrift bij me. Een soort dagboek waar ik alles in tekende wat ik interessant vond, variërend van poppetjes, strips en landschappen. Na de middelbare school ben ik naar het St. Lucas te Gent gegaan. Ik heb daar de richting grafiek gevolgd. Na allerlei verschillende baantjes werd ik gediplomeerd postbezorger. Het was een
leuke baan voor erbij; om in contact te komen met mensen. Alleen maar strips tekenen
is niet hetgene dat ik wil. We zijn er vier jaar geweest. Het opmerkelijkste was de eenvoud. Het leven is veel soberder.
Je kunt minder kopen en dan heb je ook minder wensen. De mensen zijn aardig en vrolijk.
Op straat is iedereen vriendelijk, maar op de een of andere manier zeer gesloten. Er sluimerde
toen al een burgeroorlog. Iedereen werd verondersteld bij een bepaalde partij te horen.
Ook al stond men er niet achter, alles was politiek geladen. Open praten over wat men
denkt en voelt zit niet in dit volk. Dat is niet typisch voor Afrika, in Zaïre doet men
dat bijvoorbeeld wel. Hoe signaleerde je dit soort zaken? Het lijkt me moeilijk om in een land, waarvan je de taal niet spreekt, dit soort interne conflicten te merken. Via mijn eigen werk was dat inderdaad lastig. We hadden een aantal vrienden die via het ontwikkelingswerk in contact kwamen met de boerenbevolking. Hun verhalen waren een goede weergave van de boerenproblematiek. Jij en je vrouw werkten op een middelbare school. Hoe merkten jullie iets van de dagelijkse gang van zaken onder de Rwandese bevolking? Onze leerlingen behoorden tot de middenklasse van het land, die trouwens niet te vergelijken
is met de middenklasse in België. Men had meestal wel te eten en kon zijn kinderen naar school
sturen. Maar soms moesten ouders stukken grond of vee verkopen om het schoolgeld te kunnen
voldoen. Of men maakte gebruik van de diensten van een rijk familielid. En toen moesten jullie terug naar Europa. Waren jullie bang? We zijn natuurlijk niet onder goede
omstandigheden teruggekomen. Net bij het begin van de grote genocide zijn we teruggevlogen.
Die vlucht, het afscheid, zo abrupt allemaal, dat vond ik heel moeilijk. |
||
![]() |
  | |
Heb je heimwee naar Rwanda? Eerst wilde ik zo snel mogelijk terug. Maar veel mensen die we kenden zijn dood of
weggetrokken. Alles is verwoest. Had je bij terugkomst uit Afrika al plannen om een verhaal over Rwanda te maken? Het eerste verhaal uit de bundel Sluipend Gif heb ik in Afrika gemaakt. Het was bijna
klaar toen we weg moesten. Terug in Europa heb ik alles een tijd laten rusten. Daarna heb ik alles weer laten liggen. Af en toe kwam ik aan de bak als interim-leerkracht. Ik kreeg weer veel tijd om te tekenen, vooral toen Lina naar de kleuterschool ging. Ik maakte illustraties voor kinderboeken en wilde graag les krijgen van Ever Meulen. Ik heb me voor een cursus bij St. Lucas aangemeld. Bij de keuze van docenten waren er zo'n honderd leerlingen voor Ever Meulen en een kleine groep voor Ferry. Ik had geen zin om in de groep van die honderd terecht te komen en ben naar de cursus van Ferry gegaan. Daar heb ik verder gewerkt aan Sluipend Gif. Hoe werk jij een scenario uit? Maak je een schema of begin je zomaar ergens? Op het moment dat ik bij Ferry begon, had ik een lang verhaal in gedachten, maar nog niet
echt een scenario. Ik ben toen met een schema gaan werken en heb van daaruit het scenario gemaakt.
Het ingewikkeldste is altijd om het verhaal tussen de regels door, subtiel over te laten
komen. Je hebt in het boek aparte kaders gemaakt, naast de dialogen. Had dat ermee te maken? Ik wilde een verhaal vertellen en de dialogen mede door de kaders onderbouwen. Zaken die op de achtergrond spelen, toch aan de lezer melden. Zeker voor het eerste verhaal kwamen er complexe zaken aan de orde. De problemen rondom de grond, moest ik voor mijn gevoel voor de Westerse lezer verklaren. |
||
![]() |   | |
Vond je het moeilijk de cultuur over te brengen? Rwanda heb ik getekend zoals ik het zag en beleefde. Misschien heb ik te weinig gedacht
aan de eventuele lezer die de platen onder ogen zou krijgen. Het is een zwak punt maar
tegelijkertijd een sterk aspect van deze strip. Sommigen vinden dit juist zeer authentiek en
anderen missen een onderbouwing in het verhaal. Mijn vrouw en ik hebben samen de onderwerpen
besproken. Een jaar geleden is het album door Wonderland uitgegeven. Na mijn cursus bij Ferry heb ik de platen naar een aantal uitgevers gestuurd.
Het is moeilijk om een uitgever te vinden die een debutant met een kleuralbum op de markt wil
brengen. Ik had toen al contact met Wonderland en met het NCOS, de Belgische variant op de
NOVIB Toen won je de grote prijs van Haarlem. Niemand had dit verwacht en ikzelf al helemaal niet. Het is natuurlijk geen strip voor een groot publiek. Sommigen zullen daar moeite mee hebben. Ik verwacht wel tegenstrijdige reacties op het album. Het winnen van de prijs doet me veel plezier, maar het voelt nog steeds vreemd. Wil je nog steeds verder als tekenende postbode? Het werken in zwart-wit ligt me wel. Het is mijn bedoeling dat ik meer voor
tijdschriften ga werken. Ongetwijfeld komen daar nog goede verhalen uit voort. Karin van Wylick, Zozolala terug |
  |